Jungle trek, jungle trek, in Bukit Lawang

13 november 2017 - Sumatra, Indonesië

Hello there!

Back in town, met bereik! (Was afzien hoor, daar in de jungle. Ik ben tot de ontdekking gekomen dat ik toch wel een beetje een telefoonverslaving heb, oepsie).

Laat ik gewoon maar weer oppakken waar ik gebleven was met vertellen:)

Zaterdag 4 november ben ik geland op Sumatra, waar ik de andere meiden ontmoet heb op het vliegveld. Van daaruit hebben we een shared taxi gepakt richting Parapat. De weg er naartoe was best gezellig, ondanks dat het erg lang duurde, onze chauffeur geen woord Engels sprak, eerst nog 5 andere mensen af ging zetten en vervolgens als een gek ging rijden door de stromende regen omdat hij ons op tijd bij de haven af wilde zetten. Welkom op Sumatra! 

Parapat is een klein havenplaatsje aan Lake Toba: het grootste kratermeer ter wereld, gelegen in een supervulkaan. Met een afmeting van 100 bij 30 kilometer, kun je best wel zeggen dat dit een aardig groot meer is, maar dat deed de term ''grootste kratermeer ter wereld'' misschien ook wel al vermoeden:P. Het meer is zo'n 60.000-70.000 jaar geleden ontstaan tijdens een uitbarsting van de supervulkaan, de grootste vulkaanuitbarsting van de laatste 25 miljoen jaar. Dat heb ik me in ieder geval wijs laten maken.

Vanuit Parapat hebben we de boot gepakt naar Samosir eiland, een eiland ter grootte van Singapore in het midden van Lake Toba. (Niet dat Singapore nu zo groot is, maar toch. 900 vierkante meter aan eiland). We sliepen hier in superschattige cottages, direct aan het water met uitzicht op het meer. Ook vanuit het restaurant kon je uitkijken over het water, mooi zo 's ochtends aan het ontbijt. De eerste dag hebben we vooral wat gerelaxed en niet zo heel veel gedaan. Omdat 3 meiden liever wat sneller door wilden, zijn zij na 1 dag al vertrokken, en zijn we met z'n drieën (Inge, Monique en ik) achtergebleven. Maar wat hebben we verder een fantastische vakantie gehad met z'n drieën!

Maandag zijn we nog op Samosir eiland gebleven, waar we een scooter gehuurd hebben en over het eiland zijn gaan toeren. Vooral een aantal hele relaxte chill-dagen dus. Dinsdag zijn we met de taxi naar Bukit Lawang gegaan, een dorpje direct naast de jungle. Hier zijn we de andere meiden weer tegengekomen, die de jungletrekking al gedaan hadden en er laaiend enthousiast over waren. Wij nu dus ook!

Woensdag hebben we gebruikt om bij te komen, een beetje door het dorp te wandelen en ons voor te bereiden op de jungle. Omdat Inge de dag erna jarig is, hebben we 's avonds nog een klein verjaardagsfeestje gevierd met een verrassingstaart; geslaagde actie.

Donderdag was het dan eindelijk zover: we gaan de jungle in! Met onze rugzakken, een shitload aan muggenspray en twee gidsen vertrokken we op onze tocht de jungle in, op zoek naar orang-oetans. Na nog geen halfuur kwamen we de eerste apen al tegen: Thomas monkeys en makan (ofzoiets)apen. De tweede soort zijn vrij agressief, deze waren ook wel een beetje eng, maar de eerste soort, de Thomas monkeys waren zo ontzettend schattig en het waren er zoveel! We hebben ruim de tijd genomen om ze te bekijken en te fotograferen; zo anders dan in de dierentuin! Heel sjiek om te zien. Na een tijdje zijn we weer verder gegaan met onze trekking: langs rubberbomen, cacaobomen en what else. Hoe verder we de jungle in gingen, hoe meer het ook echt op jungle begon te lijken: de paden werden smaller, de bomen stonden dichter op elkaar, kriskras over de grond liepen allerlei boomwortels en je hoorde overal junglegeluiden. Om de zoveel meter stopte de gids even om te luisteren, maar helaas, tot zover nog geen orang-oetans. 

Gelukkig hebben die niet heel lang op zich laten wachten: na ongeveer 2 uur gelopen te hebben zagen we de eerste: 4 wilde orang-oetans, 2 vrouwtjes met 2 baby's, die hoog in de bomen zaten. Heel bijzonder om te zien! Niet lang daarna kwamen we nog twee orang-oetans tegen: weer een moeder met haar baby. Deze moeder was semi-wild, en dus gewend aan mensen. Dat hield in dat je ontzettend dicht bij haar in de buurt kon komen. Ze heeft zelfs een nootje van mijn hoofd gegeten! Oké, toegegeven, misschien niet helemaal ecologisch verantwoord, maar zo'n ongelofelijk vette ervaring als zo'n dier je aanraakt om iets van je hoofd te pakken :O Absoluut mijn favoriete orang-oetan <3

We gingen nog dieper de jungle in, op zoek naar de mannelijke orang-oetan. Ook deze hadden we na niet al te lang zoeken snel gevonden. (Ja, iknow, we hebben echt zo veel geluk gehad:D) Het mannetje was echt heel groot en ook vrij indrukwekkend; omdat deze wel echt wild was (en heel sterk), werden de toeristen geadviseerd een afstand van minimaal 7 meter aan te houden, wat we maar wat graag gedaan hebben. Nadat deze orang-oetan weer de jungle in verdwenen was, zijn we nog een stukje verder gelopen waarna we gestopt zijn voor een heerlijke lunch: we kregen een blad met daarop nasi goreng en ontzettend veel verschillende soorten fruit! Meloen, ananas, passievrucht, van alles. Zo'n goede bodem hadden we ook wel nodig, want na de lunch kwam het zwaardere deel van de trekking: het pad ging omhoog en omlaag, soms zelfs zo steil dat je je knieën ongeveer tot aan je neus op moest trekken om omhoog te komen, of dat je je aan bomen en lianen (ja echt, net als Tarzan, geen grapje) vast moest houden om niet te vallen, omdat het zo steil naar beneden liep. Hoewel de trekking dus best zwaar was, was het wel echt fantastisch om dit zo mee te maken, je kreeg wel de echte jungle experience!

Rond 15-16 uur kwamen we bij de campingplaats aan: hier waren enkele ''tentjes'', lees: zeilen op de grond met een afdakje. waar we in konden slapen, op de oever van een rivier waar je je in kon wassen. Het water was ijskoud, maar dit was op zich wel een welkome afwisseling na al het zweten gedurende de dag. Je zweet je namelijk écht kapot daar, nog erger dan in de sauna. Een uurtje later begon het keihard te regenen, het is tenslotte regenseizoen, dus de rest van de avond hebben we doorgebracht in de ''tent'' met eten, kaartspelletjes en goocheltrucs. Gelukkig wist de gids er een heleboel, dus heeft hij ons goed kunnen entertainen:)

De dag erna begonnen we met een uitgebreid ontbijt: wederom met fruit, en een vierdubbele toast met ei, kaas en tomaat. Na het ontbijt gingen we weer verder met de trekking: we hebben eerst een heel stuk door de rivier gelopen, waar Monique aangevallen werd door bloedzuigers (echt heel nasty om te zien die beesten), waarna de trekking op dezelfde manier verder ging als de dag ervoor, alleen dan nog een beetje erger. Omhoog, omlaag en weer omhoog. Soms voelde het meer als rotsklimmen dan als een jungle trekking, maar hé, het was het waard. We gingen op zoek naar Mina: een hele bekende orang-oetan, maar wel eentje die er om bekend staat redelijk agressief te kunnen zijn. Geen idee waarom we het een goed idee vonden haar te gaan zoeken, maar vooruit. Het duurde niet heel lang voordat we Mina gevonden hadden. Omdat er verder in haar territorium zich nog andere apen (black gibbons) bevonden, zijn we heel sneaky langs Mina af proberen te lopen terwijl de gids haar afleidde, best wel spannend. De black gibbons waren het overigens wel waard, ook deze waren ontzettend schattig. Ook op de terugweg moesten we voorzichtig langs Mina af, wat niet helemaal goed ging waardoor we lichtelijk achtervolgt werden door een agressieve orang-oetan, maar hé, dat houdt het leven spannend laten we maar zeggen. 

Een paar uur later kwamen we bij een waterval aan, waar we ook onze lunch zouden hebben. Tijdens het lunchen werden we plots omringd door makan-apen, die allemaal op ons eten aasden. Gelukkig waren ze met wat dreigbewegingen met stenen redelijk goed op afstand te houden. Ook hebben we nog een pig-tale makan gezien; dit is zo'n zelfde soort aap, alleen dan groter, en een mega grote varaan (heten die beesten zo? Die reptielen in ieder geval). Terwijl ik rustig mijn lunch zat te eten, zag ik de gidsen ineens allebei gefascineerd naar iets achter me kijken. Oh-oh. Lichtelijk gealarmeerd en bang dat ik besprongen zou gaan worden door een tijger of iets dergelijks (okéoké, misschien heb ik een beetje een wilde fantasie) heb ik me dus ook maar omgedraaid om te kijken wat er aan de hand was. Achter me zag ik alle bomen een voor een beginnen te bewegen, en plots, uit het niets, kwam daar spontaan nog een orang-oetan aan geslingerd! Deze was ook semi-wild en kwam dus heel dichtbij ons zitten. Na een tijdje begon ze weer terug te slingeren richting jungle, toen ze plots een onverwachte draai maakte en mijn plastic tas met kleren mee graaide xD gelukkig stond de gids dicht in de buurt en kon deze mijn kleding terug graaien, maar vervolgens ging ze er alsnog met Monique's kleding vandoor. Boven in een boom ging ze even rustig in die tas zitten kijken, waarna ze alle kledingstukken een voor een in de rivier heeft laten vallen in ruil voor een stuk fruit. Oh wat hebben we ons kapot gelachen.

Na de lunch was het tijd om terug te gaan naar Bukit Lawang: dit gingen we doen door te tuben. Tuben houdt in dat je in een rubberband gaat zitten en dan over de rivier teruggaat naar het dorpje, hartstikke gaaf! Het uitzicht was fantastisch en het tuben zelf was ook echt leuk. De rest van de dag waren we vooral heel moe en hebben we niet meer zoveel gedaan.

Op zaterdag wilde ik naar Tangkahan; hier is een olifantenreservaat en ik wilde ontzettend graag de olifanten zien. Ik was maar alleen en wilde geen auto huren in mijn eentje, dus besloot ik achterop een motorbike te gaan. Echter is de weg ernaartoe niet goed; dit staat overal beschreven als ''off road tracks'', maar; hoe erg kan het zijn? dacht ik. Fout gedacht. De ''weg'' was eigenlijk een grindpad met rotsen, stenen en gaten, en we hebben zoveel gehobbeld dat ik het gevoel had dat onderweg mijn rechter knieschijf en mijn linker nier gesneuveld zijn. Het uitzicht was echter wel prachtig; palmbomen met op de achtergrond de bergen (jungle) en hier en daar een brede rivier. Ondanks dat was het wel moeilijk hier echt van te genieten, aangezien ik het te druk had met me angstvallig vastklampen aan de motorbike xD

1,5 uur later kwamen we aan in Tangkahan. Ik had nog wat tijd over en besloot in een restaurantje iets te gaan drinken. Hier raakte ik aan de praat met een Indonesische studente, die me in de tussentijd nog een waterval en wat bijzondere plekken langs de rivier heeft laten zien. Om 15.30 was het tijd om de olifanten te gaan wassen. Ik maakte me eerst best wel zorgen of dit wel een goed idee was; vaak is er toch sprake van dierenmishandeling, zelfs in dit soort reservaten. Gelukkig is het me heel erg meegevallen: de olifanten verbleven in een vrij groot verblijf, en werden naar de rivier gelokt met bananen, in plaats van dat ze geprikt of geslagen werden met stokken. Ook hadden ze gelukkig geen kettingen om hun poten; alleen een touwtje om hun nek. Ik was zo gefascineerd door de olifanten, dat ik totaal niet oplette waar ik liep, en onderweg dus nog even vol op mijn plaat gegaan ben en mijn been opengehaald heb. Hoera, goed bezig Rach. Ondanks mijn bloederige been, ben ik wel het water in gegaan om de olifanten te wassen: wat een ontzettend bijzondere ervaring! De huid voelt zo bijzonder aan, en het is zo gek om zo'n enorm beest aan te kunnen raken. Heeeel erg gaaf. De olifanten lijken het overigens ook best fijn te vinden om gewassen te worden, daar was ik ook wel heel blij mee, veel beter dan erop te rijden wat hartstikke onnatuurlijk is voor ze. Na het wassen mag je ze nog bananen geven, ze raken je dan ook echt aan met hun slurf omdat ze op zoek zijn naar meer bananen; net zo bijzonder als die hand van de orang-oetan. Daarna gaan ze terug naar het verblijf; de locals gaan dan wel op hun rug zitten, dat vind ik dan weer minder, want ik vrees eigenlijk wel dat ze vroeger dus wel een keer mishandeld zijn om ze dat te leren :( Maar voor de rest leek het in ieder geval alsof er goed voor ze gezorgd werd, dus dat was wel fijn:)

Hierna was het tijd om mijn been te gaan verzorgen; ik had heel erg geluk: normaal is het heel toeristisch, maar nu was er slechts 1 andere toerist, wat de ervaring met de olifanten een stuk bijzonderder maakte. Gelukkig voor mij was deze toerist wel toevallig een verpleegkundige, dus zij heeft mijn been even goed verzorgd met de juiste materialen, mega chill:)

Daarna ben ik terug gegaan achterop de motor, waarbij ik ook nog eens gestoken werd door een bij. Wat een geluksdag xD. 's Avonds zijn we (Inge, Monique en ik) eerst gaan uiteten, daarna naar een kampvuur ''feestje'' gegaan, en tot slot nog naar een feest met live-muziek. Mooie afsluiter van een top-vakantie week!

's Nachts om drie uur kwam het onvermijdelijke afscheid; heel vreemd hoe totale vreemden zo snel vriendinnen kunnen worden, maar aan de andere kant ook heel bijzonder en heel mooi om mee te maken<3

Met een heleboel fantastische, bijzondere ervaringen op zak, ging ik op zondag terug op weg naar Jakarta: tijd voor deel twee van mijn coschap.

-------------------------------------------------------------------------------------------

Ps. Ik wil nog even de lyrics van het bekendste liedje in Bukit Lawang met jullie delen (Melodie van Jingle Bells):

Jungle trek, jungle trek, in Bukit Lawang, 

See the monkey, see the bird,

See orang-utan, hey! (2x)

Walking in jungle, see the animal,

Walking together, in Bukit Lawang,

Singing together, drinking together,

Everything together, in Bukit Lawang!

Jungle trek, Jungle trek, in Bukit Lawang,

See the monkey, see the bird, 

See orang-utan, hey! (2x)

Jungle trek, Jungle trek, in Bukit Lawang,

See the monkey, see the Mina,

Everybody run!

Hilarisch. Eerlijk waar XD

1 Reactie

  1. Stella:
    20 november 2017
    Wauw Rachel, klinkt top. Ik had wel even in je schoenen willen staan. En een schaafwond had ik er ook wel voor over. Kijk uit naar de foto's. Xxx